
???
Grote Brink
Zuidlaren
Dorp van Berend Botje
Wie is nu toch die Berend Botje uit dat bekende kinderliedje? Hij vaart in elk geval naar Zuidlaren. Is het de edelman Lodewijk van Heiden (1773-1850), het boertje uit Borger, Bommen Berend, de Drentse dienstweigeraar die ging botvissen, of toch de rijke reder Berend Drenth? Misschien zijn ze het wel allemaal. Of allemaal niet. Dit verhaal van een historicus brengt alvast een paar Berend Botjes samen…
Berend Botje ging uit varen
Berend Botje denkt nog vaak aan zijn opa. Opa heet Berend, net als hij. Als oudste kleinzoon zit de jonge Berend vaak bij de oude Berend op schoot. Opa zingt dan het liedje ‘Berend Botje ging uit varen’, terwijl hij kleine Berend heen en weer schommelt alsof ze op een boot zitten.
‘De weg was recht, de weg was krom…’
Met zijn vader en moeder woont Berend Botje bij opa die een zaag- en oliemolen op Plankensloot heeft, maar de vader van Berend bouwt aan een grote, eigen molen aan de Zuidlaardervaart in Zuidlaren. De dag dat Berend met een bootje, samen met opa Berend gebouwd, verhuist naar Zuidlaren, kijkt opa hem na en zingt, deze keer weemoedig, het liedje ‘Berend Botje’… Opa ziet dat Berend Botje recht de vaart bij Plankensloot uitvaart, een kromme bocht maakt en zo in Zuidlaren terecht komt. ‘De weg was recht, de weg was krom.’
Nooit kwam Berend Botje weerom?
Opa moet dan ook terugdenken aan de keren dat hij hout op stam koopt in Finland en Zweden. Mooie stammen bestemd voor zijn zaagmolen. De bomen worden tot vlotten samengebouwd en zo via zee vervoerd. Het gaat soms behoorlijk tekeer en opa vraagt zich vaak af of hij Zuidlaren nog weer zal zien. ‘De weg was recht, de weg was krom. Nooit kwam Berend Botje weer om.’
Gouden Berend
Als Berend Botje groter wordt, is hij vaak te vinden op het Zuidlaardermeer samen met zijn kleine neef die ook Berend heet. Samen vangen ze de dikste vissen. Of zoals neefje Berend overdrijft: ‘Palingen zo dik als mijn pols.’ Berend Botje wordt desondanks geen schipper en ook geen molenaar. Hij wordt landbouwer. Eigenlijk is Botje niet zijn echte achternaam. Dit is een bijnaam die hij als oudste kleinzoon van opa Berend erft. Opa Berend is rijk en wordt wel ‘gouden Berend’ genoemd. Hij doet goede zaken met meel malen en planken zagen. Voor het malen van meel mag hij 1/12 gedeelte van het meel zelf houden: ‘de hocht’. Opa Berend helpt mensen vaak uit nood. Als er iets moet worden geïnvesteerd leggen de mensen botje bij botje om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Opa Berend schiet dan vaak met ‘het laatste botje’ te hulp. De mensen, die hem dankbaar zijn, noemen hem daarom Berend Botje.
‘Hij is naar Amerika’
Opa Berend heeft een groot gezin. Hij heeft twaalf kinderen, acht zonen en vier dochters. Een paar kinderen overlijden al jong. Een van de kinderen is bakker in Assen. Ook hij heet Berend! Deze Berend emigreert naar Amerika en wil een bakkerij oprichten in Los Angeles. Als er wordt gevraagd: ‘Waar is Berend gebleven?’, is het antwoord: ‘Berend Botje is uit varen, met zijn scheepje naar Zuidlaren. De weg was recht de weg was krom, nooit kwam Berend Botje weerom. Hij is niet hier, hij is niet daar; hij is naar Amerika.’ Het avontuur in Amerika loopt niet goed af. De machines die Berend voor veel geld koopt blijken niet goed. Hij voelt zich bedrogen, zijn geld is op en hij keert terug naar Nederland. Hij wordt banketbakker in Apeldoorn.
De weg is krom
Berend Botje is niet zo’n avonturier. Toch droomt hij wel. Opa Berend vertelt vaak over Lodewijk van Heiden, die ooit in Zuidlaren woonde. Berend Botje fantaseert weleens dat hij deze vermaarde held is. Lodewijk is een graaf die admiraal is van de Russische vloot. Hij wint veel zeeslagen en heeft aanzien in Rusland en Griekenland. Onder leiding van Lodewijk krijgt Griekenland zijn zelfstandigheid terug na de gewonnen slag om Naverino (20 oktober 1827). De Ottomaanse vloot is totaal vernietigd. Admiraal Lodewijk gaat niet met zijn scheepje naar Zuidlaren, niet naar Amerika, hij gaat naar Rusland. Maar de weg is voor hem wél krom. Op één van zijn zeeslagen verliest de graaf namelijk zijn zoon. De grote held komt één keer terug in Zuidlaren. In Rusland wordt hij zeer gewaardeerd en noemt men hem Bébé (dezelfde letters als Berend Botje). Bébé betekent vadertje. Opa Berend vertelt graag over dit bezoek van Lodewijk aan Zuidlaren.
Gelukkig als boer
De broers van Berend Botje worden molenaar. Zijn vader vindt dat zij een opleiding in Duitsland moeten volgen. Ze leren het molenaarsvak met witte koksmutsen op en met zijden zakdoeken om. Het kost handen vol geld en tijdens een crisis in Nederland raakt het geld op. Berend Botje is dan maar wat blij dat hij boer is. Hij wordt 76 jaar en overlijdt aan TBC.
Dit verhaal van Berend Botje is gebaseerd op het feitelijke verhaal van de familie Van Bon die op Plankensloot woonde.
‘Berend Botje ging uit varen
met zijn scheepje naar Zuidlaren
de weg was recht, de weg was krom
nooit kwam Berend Botje weerom.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven
waar is Berend Botje gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar
hij is naar Amerika.
Amerika, Amerika,
driemaal in de rondte van je hopsasa.’
Oudste vindplaatsen van het liedje
Het eerste coupletje van het lied staat vermeld in een leesboek uit 1894, Een klaverblad van vier van Tine van Berken. De beginzin luidt hier: ‘Berend Botje ging uit varen, met zijn schuitje naar Zuid-Laren’.
De Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1902 geeft twee varianten: ‘Berend Botje wol uut vaoren / Met zijn scheepje naor Zuedlaoren’ (Groningen, Drenthe) en ‘Berend Botje de wol varen / Met sin schipke over de baren’ (Oost-Friesland).
Het oudst bekende liedboekje dat het eerste coupletje heeft opgenomen, is Rijmpjes en versjes uit de oude doos, verzameld door S. Abramsz (1911).
Het liedje inclusief het tweede coupletje is terug te vinden in de Handschriftencollectie van G.J. Boekenoogen (verzameld in de periode 1891-1930). Dit tweede coupletje is een variant op een negentiende-eeuws dansliedje of aftelliedje: ‘Een, twee drie vier vijf zes zeven / Waar is Jan met de meid gebleven?’ Dit liedje (een polka) heeft een andere melodie.
Het derde, kortere coupletje heeft een afwijkende melodie en is een latere toevoeging. [bron: wikipedia]
Ouderdom liedje
Dat de oudste vindplaatsen teruggaan in de negentiende eeuw, wil niet zeggen dat het liedje uit deze periode stamt. Sinds halverwege de negentiende eeuw werden, onder invloed van de Romantiek, veel volksliedjes verzameld en uitgegeven. Het liedje kan echter ouder zijn en in de mondelinge overlevering lange tijd zijn doorgegeven, voordat het voor het eerst werd opgetekend. [bron: wikipedia]